Corona Maatregelen en het Nationaal Programma Onderwijs

In afgelopen twee schooljaren zijn er twee schoolsluitingen geweest en hebben de leerlingen in totaal  15 weken onderwijstijd gemist, bijna vier maanden. Het betrof  9 weken in het schooljaar 2019-2020,  waarvan 3 weken 50% lestijd. In het schooljaar 2020-2021 was de school 6 weken gesloten. Vlak voor de eerste schoolsluiting in maart 2020 overleed een leerling van onze school. Ook deze gebeurtenis is van grote impact geweest op de leerlingen en het personeel.  Het afstandsonderwijs is direct goed door de leerkrachten opgepakt; het onderwijs is zoveel mogelijk online doorgegaan. Sommige leerlingen hadden zelfs baat bij het afstandsonderwijs vanwege de rust. Maar over het algemeen genomen heeft de coronacrisis in deze  twee schooljaren een zware wissel getrokken op leerlingen, ouders en leerkrachten. 

 

Maatregelen

Vooralsnog lijkt de pandemie onder controle en zijn alle maatregelen ingetrokken, maar we weten niet wat de toekomst ons gaat brengen. Daarom volgen wij de richtlijnen van het RIVM en het landelijke corona protocol basisonderwijs.  Voor een overzicht van (hernieuwde) corona maatregelen verwijzen wij u naar onze website. 

 

Nationaal Programma Onderwijs (NPO)

Het NPO is bedoeld voor het inhalen van vertragingen en het ondersteunen van leerlingen die het moeilijk hebben als gevolg van schoolsluitingen door corona. Daarvoor zijn extra financiële middelen beschikbaar. OCW heeft medio april 2021 een routekaart en menukaarten (advieskaarten) samengesteld. Aan de routekaart hebben we ons gehouden, dat wil zeggen: tot en met april een verplichte schoolscan uitvoeren, in april en mei een keuze uit de menukaarten maken en in mei-juni het schoolprogramma opstellen. 7 april 2022 is deze informatie gedeeld in het UB en MT.  Op basis van de schoolscan is  in overleg met het team en de medezeggenschapsraad een keuze  gemaakt ten aanzien van de menukaarten die aangereikt zijn door OCW.  Het schoolprogramma is besproken met het team,  in het MT, in de AB vergadering van 16 juni en is op 29 juni ter instemming aan de MR voorgelegd, die hier vervolgens mee ingestemd heeft.  De gemaakte keuzes worden verderop toegelicht.

 

Tijd voor focus en meer mensen in en om de klas

Er liggen veel verantwoordelijkheden op de schouders van individuele leerkrachten. Daardoor komen leerkrachten bijna niet meer toe aan de kern van hun vak: het geven en vooral aan het ontwikkelen van onderwijs. Kritisch kijken naar lesmethoden en deze bijstellen aan de onderwijsbehoefte van zeer verschillende leerlingen is een uitdaging voor leerkrachten!

Om leerkrachten hier goed in te faciliteren waren we eerder al gestart (2020-2021) met de werkwijze van leerKRACHT dat gericht is op het creëren van een verbetercultuur. Stap voor stap elke dag een beetje beter door samen lessen voor te bereiden, formatief te beoordelen, feedback te geven, klassen te bezoeken, leerlingen meer een stem te geven en efficiënt bordsessies en werksessies te houden onder leiding van collega leerkrachten die als interne coach fungeren. 

Door leerkrachten gezamenlijk zelf prioriteit in hun werk te laten aanbrengen kunnen zij beter de werkdruk beheersen. Helemaal als de directie de samenhang en focus van de werkzaamheden goed bewaakt en als buffer tussen de klas (de school) en de buitenwereld gaat staan. Als je weet wat je wilt, weet je ook wat je niet wilt en kun je veel bij de leerkrachten weghouden zodat zij zich goed met hun kerntaak bezig kunnen houden.  De werkwijze van leerKRACHT is daarbij zeer helpend. 

Het idee dat één leerkracht alle activiteiten voor een groep moet verzorgen laten we een beetje los.  Er kan meer gedifferentieerd worden in wie wat doet en er kan nóg beter gebruik worden gemaakt van de expertise van ondersteunende professionals zoals leerkrachtondersteuners, onderwijsassistenten, vakleerkrachten en andere specialisten. Er zijn dus per saldo meer mensen nodig  in  en om de klas.  Goed om dit als uitgangspunt te nemen in de keuze van de menukaarten.

 

Maar wat te doen als er geen mensen zijn?

De invulling van vacatures verloopt steeds moeizamer. Dat hebben we al ervaren.  Het is het beste om te gebruik te maken van talenten in het team, uitbreidingen te geven daar waar het kan om op basis van de leerKRACHT werkwijze  ons verder te  professionaliseren.  Want we weten allemaal dat een goede leerkracht voor de klas het verschil maakt, onderzoek na onderzoek toont dat aan. Vooral aan goede leerkrachten is een tekort. Bovendien zijn leerkrachten moe, na twee schooljaren ‘vol gas’ met Corona.  We hebben dus keuzes gemaakt. 

hoger

Conclusie inspectie naar verschillen in scholen

Keuze in de menukaarten

Bij het kiezen van de menukaarten, de adviezen van OCW, hebben we ons laten leiden door drie zaken die het meeste effect hebben. Dit zijn:

  1. Een sterk leerkrachtenteam met een verbetercultuur.
  2. Gebruik van ‘evidence informed’ technieken in de klas.
  3. Extra maatregelen gericht op achterstanden.

Een onderbouwing van deze drie zaken volgt hieronder.

1. Een sterk leerkrachtenteam met een verbetercultuur

Onderzoek laat zien dat scholen die meer leerwinst bereiken met hun leerlingen een verbetercultuur hebben. Een cultuur waarin leerkrachten van elkaar leren en samen met hun schoolleider en leerlingen elke dag het onderwijs een beetje beter maken. Dit constateren zowel de Onderwijsinspectie als McKinsey. Die deden allebei onderzoek naar de grote verschillen in leerwinst tussen Nederlandse scholen. Voor onze school betekent dit concreet we de werkwijze van leerKRACHT en IPC meer gaan faciliteren en meer gebruik gaan maken van de talenten in ons team, zodat het werkplezier groot blijft. Doorgaan met de gedeelde verantwoordelijkheid voor continu verbeteren. 

 

2. Gebruik van evidence informed technieken in de klas

Wat werkt? “Niet alles werkt en niets werkt altijd in het onderwijs”, onderwijsonderzoeker Pedro De Bruyckere. Onderzoek kan ons dus helpen keuzes te maken (‘evidence informed’), maar je kunt er niet blind op vertrouwen (‘evidence based’). Toch is de consensus van onderzoekers dat er wel degelijk lessen getrokken kunnen worden uit wat leerkrachten doen die met hun leerlingen meer leerwinst realiseren, zoals activeer relevante voorkennis, leerlingen effectief laten leren, evalueren en feedback geven, effectieve instrumenten en randvoorwaarden creëren. Precies de zaken waar we ons via leerKRACHT op richten.

leer

3. Extra maatregelen gericht op onderwijsachterstanden

Welke interventies leveren de meeste leerwinst op? En welke interventies kosten leerkrachten de minste tijd?

Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) heeft hier onlangs onderzoek naar gedaan en publiceerde het onderzoek ‘Onderwijsachterstanden voorkomen en verkleinen’ van onderzoeksinstituut LEARN! van de Vrije Universiteit. De onderzoekers keken naar de interventies waar de meeste scholen voor kozen in het eerdere programma van het ministerie van onderwijs voor het terugdringen van achterstanden. Uit hun onderzoek komen drie interventies die veel opleveren: peer tutoring (met name in het VO), één op één begeleiding en professionalisering van leerkrachten. En een aantal die relatief veel tijd kosten maar weinig effect bereiken: verlengde schooldagen en zomerscholen.  Alleen degene die wij in de praktijk gebruiken worden hieronder genoemd.

Professionaliseren staat bij ons bovenaan. Naast de verbetercultuur (via leerKRACHT en IPC)  kiezen wij voor de volgende extra NPO interventies / menukaarten:

NPO menukaart/interventie: Metacognitie en zelfregulerend leren

Metacognitie en zelfregulerend leren zijn erop gericht leerlingen zelf concreter te laten nadenken over hun leerproces. Vaak krijgen ze speciale programma’s aangereikt om te leren hoe ze hun leerproces kunnen plannen, monitoren en evalueren. De interventies zijn doorgaans zo ingericht dat leerlingen zelf hun strategie kunnen bepalen en leren wat de beste aanpak is voor een bepaalde leertaak.

Zelfregulerend leren kan in drie hoofdcategorieën worden onderverdeeld:

  1. cognitie (het mentale proces van weten, begrijpen en leren);
  2. metacognitie (vaak omschreven als ‘leren leren’);
  3. motivatie (de bereidheid om onze (meta)cognitieve vaardigheden in te zetten).

Het ministerie geeft aan:  Groot effect (7 maanden leerwinst) / Sterk bewijs / Zeer lage  kosten.

We maken hiervan gebruik door de werkwijze van leerKRACHT en IPC te hanteren. 

 

NPO menukaart/interventie: Samenwerkend leren

Samenwerkend leren houdt in dat leerlingen bij activiteiten of leertaken met elkaar samenwerken in groepjes die klein genoeg zijn om iedereen aan bod te laten komen in de uitvoering van een duidelijk omschreven collectieve taak. De leerlingen kunnen binnen hun groep aan afzonderlijke taken werken die bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, of samenwerken aan een gedeelde taak.

Het ministerie geeft aan: Gemiddeld effect (5 maanden leerwinst) / Sterk bewijs / Zeer lage  kosten

We maken hiervan gebruik door de werkwijze van leerKRACHT en IPC te hanteren. Geen extra kosten

 

NPO menukaart/interventie: Instructie in kleine groepen

Instructie in kleine groepen houdt in dat één leerkracht of iemand anders met onderwijservaring (leerkrachtondersteuners) lesgeeft aan groepjes van twee tot vijf leerlingen.

Het ministerie geeft aan:  Gemiddeld effect (4 maanden leerwinst) / Beperkt bewijs / Gemiddelde  kosten

We maken hiervan gebruik door een extra leerkrachtondersteuner in te zetten. Er zijn nu drie leerkrachtondersteuners. Deze extra kosten worden gefinancierd vanuit de NPO middelen. 

 

NPO menukaart/interventie: Leren van en met medeleerlingen

Er bestaan diverse interventies die gericht zijn op het leren van medeleerlingen. Daarbij werken de leerlingen in tweetallen of kleine groepjes en geven ze elkaar gerichte begeleiding.

Het ministerie geeft aan: Gemiddeld effect (5 maanden leerwinst) / Sterk bewijs / Zeer lage  kosten.

We maken hiervan gebruik door de werkwijze van leerKRACHT en IPC in te zetten. Extra kosten financieren uit de NPO middelen

 

NPO menukaart/interventie: Onderwijsassistenten en vakdocent gym

Dankzij de NPO gelden konden we het het aantal uren van de onderwijsassistenten uitbreiden. Zij helpen mee in de klas, verrichten administratieve taken en geven gerichte instructie aan leerlingen (een-op-een of in groepjes). Het ministerie geeft aan:  Klein effect (1 maand leerwinst) /  Beperkt bewijs / Hoge  kosten.

Dankzij de NPO gelden konden we een eigen vakdocent bewegingsonderwijs aantrekken, deels ook bekostigd omdat de kosten van het inhuren van een gymleerkracht bij sportservice Wageningen daardoor afnemen. 

NPO menukaart/interventie: Ouderbetrokkenheid

Bij ouderbetrokkenheid gaat het erom dat ouders hun kinderen begeleiden bij het leren. Daarom worden de ouderinformatieavonden weer ingevoerd en wordt de ontwikkeling richting formatief evalueren voortgezet waarbij ouders nadrukkelijk betrokken worden.  Het ministerie geeft aan: Gemiddeld effect (3 maanden leerwinst) / Gemiddeld bewijs / Gemiddelde kosten

 

NPO menukaart/interventie: Digitale technologie: IT-hardware en -software voor specifieke interventies

Digitale technologie is het gebruik van computers en technologie om de leerprestaties op school te bevorderen. Er zijn zeer uiteenlopende interventies op dit gebied, maar ze zijn grofweg in twee groepen te verdelen: 1. technologie voor leerlingen, zoals programma’s of apps voor het oplossen van problemen of opdrachten met een open einde; 2. technologie voor leerkrachten/docenten, zoals een digitaal schoolbord of leerplatform. Wij gebruiken beiden en maken hiervan gebruik bij alle vak- vormingsgebieden. 

Het ministerie geeft aan: Gemiddeld effect (4 maanden leerwinst) / Sterk bewijs / Gemiddelde kosten

NPO menukaart/interventie: Interventies gericht op het welbevinden van leerlingen

 

Onze interventies richten zich op:

-Sociaal-emotionele vaardigheden

-Sociale probleemoplossende technieken (sociale vaardigheden)

-Veerkracht (leerlingen en leerkrachten)

-Training van leerkrachten in klassenmanagement en eigen competenties

Bij deze interventie geeft het ministerie geen indicatie voor het effect dat verwacht mag worden, de sterkte van het bewijs en de kosten. 

Welbevinden is bevorderend voor het leren. Maar ook andersom: het krijgen van goed onderwijs is bevorderend voor het welbevinden van kinderen en jongeren; de relatie tussen welbevinden en leerresultaten is dynamisch én wederkerig. Dat is niet nieuw, dat wisten we al lang vóór de coronacrisis. In deze tijd van corona is het wel extra belangrijk om, samen met het inlopen van onderwijsvertragingen, te investeren in het welbevinden van leerlingen. De leerkrachten, maar vooral de  IB-er heeft hierin een kartrekkende rol.

Schoolgids

Namen en adressen